Krachten bundelen voor een klimaatneutrale en circulaire infrastructuur

Krachten bundelen voor een klimaatneutrale en circulaire infrastructuur

Om de Nederlandse klimaatdoelstellingen te halen, werken publieke opdrachtgevers aan het verduurzamen van de infrastructuur. Jaarlijks stoten we als overheden gezamenlijk 3 megaton CO2 uit. Daarom gaan we projecten aan wegen, water en spoor, klimaatneutraal en circulair uitvragen. Onze aanpak bepalen we samen met de sector. Zo komen we tot uitdagende en uniforme eisen en tot meetbare resultaten. En werken we doelgericht aan een volledig klimaatneutrale en circulaire Nederlandse infrastructuur.

Strategiedocument 'Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfrastructuurprojecten'

Waarom: samen meer impact op klimaat

De aarde warmt op, het klimaat verandert en de gevolgen ervan merken we allemaal. Het is van groot belang dat we nu adequaat reageren om onze planeet leefbaar te houden. Als grote opdrachtgevers van infraprojecten is het de ambitie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en ProRail om in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair te werken, met hoogwaardig hergebruik van alle materialen en halvering van het gebruik van primaire grondstoffen. Zo verminderen we ook de uitstoot van fijnstof en stikstof.

Ook andere publieke opdrachtgevers hebben de ambitie om klimaatneutraal en circulair te werken. In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat het Rijk en de medeoverheden afspraken maken om de grond-, weg- en waterbouwsector in 2030 zoveel mogelijk te verduurzamen. Samenwerken is cruciaal, want samen hebben we vier keer meer impact. Door uniforme afspraken te maken, helpen we elkaar én de sector. Want consistent beleid vanuit de overheid versnelt de innovatiekracht van de sector. En dat is hard nodig. Als we in 2030 nog werken met de technieken van nu, halen we onze ambities niet. Maar als we de krachten bundelen en innoveren, dan kunnen de reducties veel groter zijn.

Hoe: transitie vormgeven met roadmap

De focus van onze aanpak ligt bij de werkterreinen met de meeste klimaatimpact. Dit zijn:
Wegverharding
Kunstwerken
Spoor
Kustlijnzorg en vaargeulonderhoud
Weg-, Dijk- en Spoormaterieel

Per transitiepad hebben we met de sector een roadmap ontwikkeld waarin we de weg naar 2030 uitstippelen. Daarin bekijken we wat er nu al kan, welke innovaties nodig zijn en hoe we de lat steeds hoger kunnen leggen. Onze aanpak is meerjarig. Zo zorgen we ervoor dat we de afgesproken koers vasthouden en dat investeringen van bedrijven op de langere termijn renderen.

Wat: innovatie in de praktijk brengen 

Concreet betekent onze aanpak dat we als overheden criteria opnemen voor klimaatneutraliteit en circulariteit in projectopdrachten. Het gaat dan over aanleg, onderhoud en vervanging van infrastructuur. Hierbij gaan we als publieke opdrachtgevers werken met een koploper-aanpak en een peloton-aanpak richting de markt.

Met de koploper-aanpak willen we koplopers op het gebied van duurzaamheid in de markt belonen. Dat kan door voor specifieke projecten hogere duurzaamheidseisen uit te vragen voor bijvoorbeeld beton, asfalt of werktuigen. Of door hogere ambities van marktpartijen te belonen met gunningsvoordeel. Zo creëren we een afzetmarkt voor partijen die over de meest duurzame en gevalideerde innovaties beschikken. Bij de peloton-aanpak scherpen we gaandeweg de duurzaamheidscriteria aan. Als er voldoende marktpartijen bepaalde technieken of bouwwijzen kunnen aanbieden, zullen overheden dit als eis opnemen in hun opdrachten. De milieuwinst die marktpartijen in de projecten kunnen aantonen, monitoren we voortdurend en hier passen we de eisen op aan. Zo worden de eisen gaandeweg scherper.

In ‘Buyer Groups’ stemmen de verschillende publieke opdrachtgevers de inkoopstrategie af, en stellen ze samen de eisen en aanpak vast. Elke ‘Buyer Group’ bestaat uit een kerngroep van koplopende, publieke opdrachtgevers van het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen die de markt op een eenduidige wijze benaderen. Deze groep deelt de opgedane leerervaring – zowel voor technische als organisatorische vraagstukken – met een bredere groep opdrachtgevers die zo de nieuwe ontwikkelingen kunnen toepassen. Uiteindelijk moeten deze leerervaringen ook landen in de standaardeisen die provincies, gemeenten en waterschappen nu ook al gebruiken in hun grond-, water- en wegprojecten (RAW-standaardbestek, Provinciaal Contracten-buffet). Door samen te werken als publieke opdrachtgevers maken we duurzaam initiatief lonend.

Daarnaast treden we op als ‘launching customer’ door ruimte te geven aan duurzame innovaties, zodat die in de praktijk getest en opgeschaald kunnen worden als deze succesvol zijn. Via kennis- en ontwikkelprogramma’s ontwikkelen we nieuwe maatregelen en delen we de opgedane ervaringen.