Strategie klimaatneutrale en circulaire infrastructuur

Zes grote infrabeheerders stellen minimale eisen aan duurzaamheid

De infrasector wil klimaatneutraal en circulair worden en minder stikstof uitstoten. Net zoals andere bedrijfstakken. Samen creëren we zo de bewegingsruimte die Nederland nodig heeft om weer te bouwen en de energietransitie te realiseren. Overheden, bouwbedrijven en ingenieursbureaus zijn volop bezig met duurzame innovaties, pilots en aanbestedingsvormen, maar duurzame infrastructuur is nog niet het nieuwe normaal.

Duurzaamheidsambities

Om te versnellen hebben infrabedrijven een voorspelbare en uniforme vraag naar duurzame opdrachten nodig. Dit is voor hen de basis om te investeren in innovaties, deskundigheid en schone bouwmachines. Zes grote beheerders gaan zorgen voor deze marktvraag. Vanaf 1 juli 2023 gaan ze minimale duurzaamheidseisen (zie hieronder) hanteren in de opdrachten voor infrawerk. De zes zijn de gemeenten Amsterdam en Den Haag, de provincies Noord-Brabant en Noord-Holland, ProRail en Rijkswaterstaat. De criteria zorgen voor schoner beton en asfalt en een overgang naar emissieloze bouwmachines. Andere infrabeheerders kunnen zich aansluiten bij deze ‘bodem’ voor de duurzaamheid van infrastructuur.

Deze zes beheerders – ook anderen – hebben duurzaamheidsambities en gunningscriteria die veel verder gaan dan de minimumeisen die ze hanteren. Innovaties en experimenten blijven nodig en maken het mogelijk om de nu vastgelegde ‘minimumlat’ van tijd tot tijd hoger te leggen.


Overzicht minimale duurzaamheidseisen

Materieel en vaartuigen: Basisniveau

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   
Licht ('minimaterieel' <19 kW)      Geen eis      Geen eis      100% ZE      100% ZE     
Licht (19-37 kW)      Stage IIIa Stage IIIa      100% ZE      100% ZE     
Licht (37-56 kW)      Stage IIIb Stage IIIb      100% ZE      100% ZE     
Middelzwaar (56-130 kW)      Stage IIIb Stage IV met roetfilter      Stage IV met roetfilter     

Stage IV met roetfilter (2030)

100% ZE (2035)

Zwaar (130-560 kW)      Stage IIIb Stage IV met roetfilter      Stage IV met roetfilter     

Stage IV met roetfilter (2030)

100% ZE (2035)

Specialistisch (levensduur >15 jaar)

Zeer zwaar (>560 kW)

Geen eis Geen eis Katalysator en roetfilter

Katalysator en roetfilter

100% ZE (2035-2040)

Stationair (generatoren, pompen, torenkranen) Gelijk aan eisen niet-stationair Gelijk aan eisen niet-stationair 100% ZE <560 kW 100% ZE <560 kW

Materieel en vaartuigen: Ambitieniveau mobiele werktuigen

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   
Aandeel koploperprojecten*      5-25%      25-50%      50-80%      75-95%     
Minimumeisen ingroei emisieloos materieel     
(Percentage ZE verricht arbeid in een project, draaiuren x vermogen) 10-30% 30-70% 70-90% 90-100%

* Gemiddeld percentage van het projectenportfolio van een opdrachtgever.

Bouwlogistiek: Basisniveau bouwtransport

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   
N1 - Bestelauto's      Euro 5 Euro 6 100% ZE 100% ZE
N2 - Lichte vrachtwagens      Euro V Euro VI Euro VI 100% ZE
N3 - Zware vrachtwagens      Euro V Euro VI Euro VI Euro VI

Bouwlogistiek: Ambitieniveau bouwtransport

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   
Aandeel koploperprojecten*      5-25% 25-50% 50-80% 75-95%
Minimumeisen ingroei emisieloos materieel     
N1 - Bestelauto's      50% ZE 100% ZE 100% ZE 100% ZE
N2 - Lichte vrachtwagens      10% ZE 50% ZE 100% ZE 100% ZE
N3 - Zware vrachtwagens      1% ZE 10% ZE 30% ZE 100% ZE

* Gemiddeld percentage van het projectenportfolio van een opdrachtgever.

Specialistisch spoormaterieel

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   
Minimumeisen aan het ingezette materieel     
Mini spoormaterieel (<19 kW) Autonome ontwikkeling (ambitie 20% ZE) Ambitie: 80% ZE 100% ZE 100% ZE
Middelzwaar spoormaterieel (tot 130 kW; met name krollen)

Stage IIIb

Stimuleren ZE

Stage IV + roetfilter

Ambitie: 20% ZE

Stage IV + roetfilter

Ambitie: 50% ZE

Ingroei naar 100% ZE (uiterlijk 2035)
Specialistiek/ zwaar spoormaterieel Onderzoek/ ontwikkeling verduurzamingsopties (retrofit/ ZE/ hybride)

Start toepassing SCR + roetfilter

Ambitie ZE: min. 1 ZE-stopmachine

Eis: minimaal SCR + roetfilter

Ingroei ZE: ambitie 10-20% ZE

Eis: minimaal SCR + roetfilter

Doorgroeien naar 50-100% ZE (2035-2040)

Rail-wegvoertuigen en bouwtansport*
Middelzware rail-wegbussen (N1; < 3.500 kg)

Euro 5

Stimuleren ingroei ZE of hybride

Minimaal Euro 6, hybride of ZE

*+eisen voor ZE-stadzones

Eis: 100% ZE Eis: 100% ZE
Middelzwaar rail-weg materieel (N2/3; > 3.500 kg)

Euro V

Stimuleren ingroei ZE of hybride

Minimaal Euro VI, hybride of ZE Minimaal Euro VI, hybride of ZE

N2: 100% ZE

N3: Euro VI (ZE in uiterlijk 2035)

Transport van materialen naar de bouwlocatie m.b.v. diesellocs

Onderzoek/ ontwikkeling verduurzamingsopties (retrofit/ ZE/ hybride)

Procesmaatregelen

Start toepassing SCR + roetfilter

Ingroei hybride/ ZE

Procesmaatregelen

Toepassing SCR + roetfilter

Ambitie: 20% ZE

Procesmaatregelen

Toepassing SCR + roetfilter

Ambitie: > 50% ZE

Procesmaatregelen

* Naast deze eisen dient ook rekening gehouden te worden met de toegangsregimes voor milieuzones en ZE-zones, in het kader van de afspraken uit de Uitvoeringsagenda ZE Stadslogistiek.

Vaartuigen (basisniveau)

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   

Transitiepad Kunstlijnzorg en vaargeulonderhoud - zout     

Sleephopperzuigers, kraanschip, cutterzuiger, hopperzuiger, waterinjectie baggeren        

Minimaal emissie conform Tier klasse I

Minimaal 10% duurzame energiedragers     

Minimaal emissie conform Tier klasse I

Minimaal 20% duurzame energiedragers     

Minimaal emissie conform Tier klasse II

Minimaal 40% duurzame energiedragers     

Minimaal emissie conform Tier klasse III

Minimaal 60% duurzame energiedragers     

Transitiepad Kunstlijnzorg en vaargeulonderhoud - zoet     

Transportschip, sleep-, duwenpeilboten, schuifboten, survey schepen, kleine cutterzuigers, overig klein varend materieel     

Geen eis emissienorm     

Minimaal 20% duurzame energiedragers     

Geen eis emissienorm     

Minimaal 35% duurzame energiedragers     

Minimaal emissies conform CCR II

Minimaal 60% duurzame energiedragers     

Minimaal emissies conform CCR II

Minimaal 75% duurzame energiedragers     

Transitiepad Kunstlijnzorg en vaargeulonderhoud - zoet     

Kraanschip, cutterzuiger, bakkenzuigers, beunschepen, heischepen, werkschepen, hopperzuiger     

Geen eis emissienorm     

Minimaal 20% duurzame energiedragers      

Geen eis emissienorm     

Minimaal 35% duurzame energiedragers     

Minimaal emissies conform CCR II

Minimaal 60% duurzame energiedragers     

Minimaal emissies conform stage V (IWP-IWA)

Minimaal 75% duurzame energiedragers     

Transitiepad Energie      Volgt medio 2023      Volgt medio 2023      Volgt medio 2023      Volgt medio 2023     

Vaartuigen (ambitieniveau)

  Periode 1
1 jan. 2023 - 31 dec. 2024     
Periode 2
1 jan. 2025 - 31 dec. 2027     
Periode 3
1 jan. 2028 - 31 dec. 2029     
Periode 4
1 jan. 2030 en verder   

Transitiepad Kunstlijnzorg en vaargeulonderhoud - zout     

Sleephopperzuigers, kraanschip, cutterzuiger, hopperzuiger, waterinjectie baggeren        

Ambitie 20% Tier klasse III     

Ambitie 20% biobrandstoffen

Ambitie 1% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit     

Ambitie 50% Tier klasse III     

Ambitie 40% biobrandstoffen

Ambitie 2% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit       

Emissies conform Tier III eisen     

Ambitie 60% biobrandstoffen

Ambitie 5% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit      

Emissies conform Tier III eisen     

Ambitie 90% biobrandstoffen

Ambitie 10% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit   

Transitiepad Kunstlijnzorg en vaargeulonderhoud - zoet     

Transportschip, sleep-, duwenpeilboten, schuifboten, survey schepen, kleine cutterzuigers, overig klein varend materieel     

Geen ambitie emissienorm     

Ambitie 20% biobrandstoffen

Ambitie 1% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit    

Ambitie 10% stage V (IWP-IWA-NRE)     

Ambitie 40% biobrandstoffen

Ambitie 2% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit   

Ambitie 40% stage V (IWP-IWA-NRE)

Ambitie 60% biobrandstoffen

Ambitie 5% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit  

Ambitie 70% stage V (IWP-IWA-NRE)     

Ambitie 85% biobrandstoffen

Ambitie 15% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit    

Transitiepad Kunstlijnzorg en vaargeulonderhoud - zoet     

Kraanschip, cutterzuiger, bakkenzuigers, beunschepen, heischepen, werkschepen, hopperzuiger     

Geen ambitie emissienorm     

Ambitie 20% biobrandstoffen

Ambitie 1% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit 

Ambitie 25% stage V (IWP-IWA-NRE)     

Ambitie 40% biobrandstoffen

Ambitie 2% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit

Ambitie 60% stage V (IWP-IWA-NRE)     

Ambitie 60% biobrandstoffen

Ambitie 5% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit 

Ambitie 100% stage V (IWP-IWA-NRE)     

Ambitie 85% biobrandstoffen

Ambitie 15% RFNBO’s of hernieuwbare elektriciteit   

Transitiepad Energie      Volgt medio 2023      Volgt medio 2023      Volgt medio 2023      Volgt medio 2023     

Asfalt

Mengsel: MKI/ton (A t/m D)      vanaf 2022      vanaf 2024      vanaf 2026      vanaf 2028      vanaf 2030      verschil
2022 -> 2030     
DZOAB      10,6      9,5 8,4 7,0 5,6      -47%     
2L-ZOAB top 8      12,7      12,6      12,4 10,6      8,7 -32%
2L-ZOAB onder      10,3 9,3 8,3 7,1 5,8 -44%
AC-surf IB      11,6 10,6 9,5 8,7 7,9 -32%
AC-surf A t/m C      9,9 9,1 8,2 7,5 6,7 -32%
SMA 8/11 gemodificeerd      12,8 11,8 10,7 10,0      9,2 -28%
SMA 5      12,0 11,8 11,7 10,7      9,8 -18%
SMA 8/11      10,8 10,0 9,1 8,4 7,7 -29%
AC bin/base A t/m C      4,9 4,5 4,1 3,6 3,1 -36%
AC bin/base IB      5,5 5,0 4,6 4,1 3,6 -35%
ZOAB      9,8 8,8 7,7 6,3 4,9 -50%
DGD type A, SMA geluidreductie      13,2 13,1 12,9 11,8 10,8      -19%
Rood asfalt (penbitumen)      22,1 21,9 21,7 20,7 19,6      -11%

Uitleg

  • Deze MKI-waardes zijn gebaseerd op de levensfases A t/m D en de PCR asfalt 2.0.
  • Voor de periode 2022-2023 worden de branchewaarden van kennisinstituut TNO gebruikt.
  • Daarna worden de eisen om de 2 jaar steeds strenger. De opdrachtgevers behouden de mogelijkheid om tussen 2026 en 2030 de lat hoger te leggen als dat haalbaar is. Hier zullen de opdrachtgevers onder andere kijken naar snelheid van veranderingen in de markt.

Beton: MKI-plafondwaarden voor betonmortels

Maximale MKI/M3 betonmortel (€/m3)

  Definitief*      Afname in % t.o.v. definitief vanaf 1 januari**     
  2021      2024      2027      2030     
C12/15      16 94% 87,9% 81,6%
C20/25 20,4 94% 87,9% 81,6%
C30/37 20,5 94% 87,9% 81,6%
C35/45 21,2 94% 87,9% 81,6%
C45/55 21,6 94% 87,9% 81,6%
C55/67 21,8 94% 87,9% 81,6%

Gebaseerd op afspraken uit het Betonakkoord:

* Waardes Definitief uit 'Contracteisen en gunningscriteria Betonakkoord 2011' versie 5 juni 2021, definitief.
** Waardes afname in %  uit 'notitie Dalende MKI' versie 18 mei 2021 (Let wel dit is wél een document uit het betonakkoord, maar níet door het bestuur van het betonakkoord geaccordeerd).

Beton: MKI-plafondwaarden voor betonproducten

Maximale MKI/betonproduct (€/eenheid)

  Definitief*      Afname in % t.o.v. definitief vanaf 1 januari
tot 1 januari volgende kolom**     
 
Product 2021      2024      2027      2030      Bron 
Bestrating      23/m3 95,8%      87,2%      76,4%      betonakkoord     
Riolering: buizen      32/m3 98,3%      92,4%      84,4%      betonakkoord     
Riolering: inspectieputten      25/m3 98,3%      92,4%      84,4%      betonakkoord     
Kanaalplaatvloeren dikte 150 mm      3,4/m2 95,3%      88,6%      81,2%      betonakkoord     
Kanaalplaatvloeren dikte 200 mm      3,8/m2 95,3%      88,6%      81,2%      betonakkoord     
Kanaalplaatvloeren dikte 260 mm      4,9/m2 95,3%      88,6%      81,2%      betonakkoord     
Kanaalplaatvloeren dikte 320 mm      5,9/m2 95,3%      88,6%      81,2%      betonakkoord     
Kanaalplaatvloeren dikte 400 mm      6,9/m2 95,3%      88,6%      81,2%      betonakkoord     
Breedplaat 60 mm      2,3/m2 96,4%      91,4%      85,7%      betonakkoord     
Heipaal      1 sept      95,1%      88,4%      80,6%      betonakkoord     
Ankerblokken      71,8/stuk            LCA-rapport +10%     
Funderingsblokken V2b      72,2/stuk            LCA-rapport +10%     
Dwarsliggers NS90 per stuk      7,5/stuk      95,8%      87,2%      76,4%      LCA-rapporten +10%     
Dwarsliggers 14-001/-2 per stuk      15,2/stuk      95,8%      87,2%      76,4%      LCA-rapporten +10%     
Perrontegels (30x30x5 cm) per m2      115/m2 95,8%      87,2%      76,4%      LCA-rapporten/PON     
Perronkeerwanden per meter      17,17/m      95,8%      87,2%      76,4%      LCA-rapporten/PON     

Gebaseerd op afspraken uit het Betonakkoord:

* Waardes Definitief uit 'Contracteisen en gunningscriteria Betonakkoord 2011' versie 5 juni 2021, definitief.

** Waardes Afname in % overgenomen uit: 

  • 'Notitie Dalende MKI' versie 18 mei 2021 m.u.v. producten vanaf 'Ankerblokken'.
  • Waardes dwarsliggers NS90 en 14-001/-2 overgenomen uit LCA-rapporten met branchegemiddelden + 10%  om tussen CEMI en CEMIII te zitten. Waardes zijn inclusief bevestigingsmiddelen.
  • Waardes perronkeerwaarden overgenomen uit aanbesteding PON (jaar 2021) welke onderbouwd zijn met LCA-rapporten met branchegemiddelden.