Showcase: Prestatie-indicatoren maken CE-doelen meetbaar
Een halvering van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030 en volledige circulariteit in 2050. Hoe maak je dit (beleids)doel meetbaar en hoe kun je de vorderingen monitoren? Rijkswaterstaat heeft hiervoor prestatie-indicatoren ontwikkeld en afgestemd met de kernmeetmethodiek van het Platform Circulair Bouwen 2023 (Platform CB’23).
De voetafdruk van het grondstoffengebruik voor de Nederlandse economie is de afgelopen tien jaar opnieuw toegenomen (ICER, 2021) en de gewenste substantiële afname van de impact op het milieu (waaronder CO2-emissies) is nog niet in zicht. Hierdoor wordt het steeds belangrijker om het gebruik van (niet hernieuwbare) grondstoffen zoveel mogelijk terug te dringen en om de beschikbare grondstoffen zo efficiënt en hoogwaardig mogelijk te (her)gebruiken.
Het platform CB’23 heeft daarom de volgende drie doelen van CE geformuleerd: beschermen van materiaalvoorraden, van het milieu en van bestaande waarde. Om in beeld te brengen hoe Rijkswaterstaat presteert op het voorraaddoel, is een set van prestatie-indicatoren ontwikkeld (zie afbeelding). Hiermee willen we jaarlijks het materiaalgebruik van Rijkswaterstaat gaan monitoren op kwantiteit en kwaliteit. Het gaat dan om het aandeel secundaire en hernieuwbare materiaalstromen aan de inputkant, het aandeel hoogwaardig hergebruikte of gerecyclede materiaalstromen aan de outputkant, en het deel aan verloren materialen.
Rijkswaterstaat doet nu onderzoek naar bronnen van data om deze indicatoren mee te meten, zoals weegbonnen in asfaltcentrales. Op langere termijn worden ook indicatoren voor milieudruk en waardebehoud opgenomen in de set. De verwachting is dat in 2023 gestart kan worden met monitoren.