In het transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud werkt Rijkswaterstaat samen met andere overheden en marktpartijen hard aan CO2-reductie. Harry Zondag is namens Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor dit traject. Aan hem de uitdaging om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.
‘Om alle projecten voor deze taken vanaf 2030 klimaatneutraal te kunnen aanbesteden, hebben we alle partijen nodig’, begint Harry Zondag. ‘De gezamenlijke routekaart die we dit jaar ontwikkelen, vormt de basis voor een krachtige uitvoering. Wie gaat wat, wanneer doen, en wat is daarvoor nodig.’
Ambitieuze overheid
Bij de projecten voor kustlijnzorg en vaargeulonderhoud wordt veel fossiele energie verbruikt. De grootste focus ligt in het transitiepad dan ook op reductie van emissies. Volgens Harry is de verduurzaming van varend materieel de meest effectieve én uitdagende maatregel om dit te bewerkstelligen. Daarom krijgt milieu-impact de komende jaren een steeds prominentere rol in de aanbestedingen. Die verschuiving van focus op lage prijs naar focus op duurzaamheid brengt wel kosten met zich mee. ‘De komende twee jaar stelt het ministerie van IenW budget beschikbaar, waarmee we koplopers in de markt tot verduurzaming kunnen prikkelen’, zegt Harry. ‘Die financiële aandacht voor de transitie vind ik echt een succes en getuigen van lef en ambitie.’ Tegelijkertijd begrijpt hij dat de markt met vragen zit. Lonen mijn investeringen na die twee jaar ook nog? In welke richting gaan de ontwikkelingen? En stellen andere overheden dezelfde eisen, zodat ik daar niet buiten de boot val?
Van morgen naar 2030
Harry maakt zich hard voor het vasthouden van de getoonde ambitie. En wat betreft kansrijke ontwikkelingen kijkt hij goed om zich heen. ‘Voor de korte termijn kun je denken aan een bredere toepassing van LNG of biodiesels.’
Voor de middellange termijn noemt Harry onder meer Innovaties in Kustlijnzorg. In dit programma zoeken Rijkswaterstaat en marktpartijen samen naar alternatieven voor technieken voor kustlijnzorg en mogelijk ook voor vaargeulonderhoud. Harry: ‘Die ontwikkelingen zetten we in de routekaart. Zo stimuleren we dat effectieve ideeën ook echt gebruikt gaan worden.’
Maar welke ontwikkelingen zijn kansrijk voor de verdere toekomst? Volledig elektrisch, groene waterstof of synthetisch methanol als brandstof en – in combinatie met een brandstofcel – als energiedrager? Keuzes die nog wel om innovaties vragen. ‘Het is van belang dat waar we uiteindelijk ook voor kiezen in de transitie naar zero emissies, we hier echt met alle partijen in investeren’, vindt Harry.
Meer dan de som der delen
Alleen samen kunnen mede-overheden, havenbedrijven, kennisinstituten en marktpartijen de ambities waarmaken. Overheden moeten zorgen voor eenduidige aanbestedingseisen, ontwikkelingen met elkaar afstemmen en samenwerken waar mogelijk en zinvol. Harry: ‘Datzelfde geldt voor de verschillende transitiepaden uit de overkoepelende strategie. Zo zoeken we aansluiting bij het transitiepad Bouwplaats & Bouwlogistiek, ook processen waar emissiereductie een grote rol speelt. Voor alle transitiepaden geldt dat we moeten zorgen voor afstemming van planning, ideeën en ontwikkelingen.’
Rest de vraag wat het de waterbouwsector zelf uiteindelijk oplevert. Harry stipt aan dat Rijkswaterstaat en de Waterschappen samen goed zijn voor 65% van de binnenlandse baggermarkt. Daarnaast staat de sector wereldwijd bekend om zijn expertise. ‘Ik verwacht dat de sector economisch kan profiteren van een rol als voorloper in duurzaamheid’, zegt Harry. ‘Dat zie ik ook terug in de internationale belangstelling voor de duurzame aanbesteding voor vaargeulonderhoud die we samen met het Havenbedrijf Rotterdam deden. En de sector zelf ziet de noodzaak voor verduurzaming natuurlijk ook. De ambitie is flink. Maar als we die weten te koppelen aan de innovatiekracht van de sector, gaan we het zeker doen!’