Rijkswaterstaat heeft met het transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud de ambitie om alle projecten vanaf 2030 klimaatneutraal aan te besteden. Het succes valt of staat met gerichte innovaties die hierin samen met de waterbouwsector worden gedaan. Andrea Vollebregt, directeur van de Vereniging van Waterbouwers, zegt dat haar leden die uitdaging graag aangaan.
‘Nederlandse bedrijven in de waterbouw worden wereldwijd gevraagd om hun expertise’, steekt Andrea Vollebregt van wal. ‘Grenzen verleggen en innoveren zitten echt in het DNA van de sector. Wij zien dan ook kansen om het transitiepad samen met Rijkswaterstaat en andere partijen vorm te geven. Het is wel van belang dat de doelen realistisch, haalbaar en betaalbaar zijn.’
Atypisch en kapitaalintensief
Over de noodzaak tot verduurzaming is iedereen het wel eens. ‘Maar onze sector heeft een aantal specifieke kenmerken waar we rekening mee moeten houden’, vertelt Andrea. Ze noemt de atypische vloot met zijn variëteit aan werkschepen: van maaischepen tot reusachtige baggerschepen. Die worden ingezet voor verschillende soorten projecten, allemaal met hun eigen uitdagingen voor CO2-reductie. ‘Daar komt bij’, zegt Andrea, ‘dat het een heel kapitaalintensieve markt is. Het is in veel gevallen niet rendabel om nu te investeren in materieel waar je over 10 jaar niets meer mee kunt.’
Ook wijst Andrea op het internationale speelveld waarin een deel van de waterbouwsector opereert. ‘De Nederlandse ambities en doelstellingen moeten ook in een breder internationaal perspectief gezien worden. Stel je als Nederland fors hogere eisen dan de andere landen waarin onze leden actief zijn, dan kan dat onze concurrentiepositie schaden. Dit beperkt ook de mogelijkheid om investeringsruimte te creëren waardoor er minder geïnvesteerd kan worden in duurzaamheid. Daarom zijn we blij dat Rijkswaterstaat al aan de vooravond van deze transitie de samenwerking zoekt. Zo kunnen we meedenken over een gezamenlijke routekaart.’
Nu starten met duurzaam aanbesteden
Andrea ziet dat vergroening steeds hoger op de agenda is gekomen, ook bij haar leden. Legt ze dit naast de ambities van het transitiepad, dan pleit ze voor duidelijkheid en eenduidigheid. ‘Er zijn veel verschillende akkoorden met verschillende ambities en tijdspaden waarin die ambities gerealiseerd moeten worden. Het is onze uitdrukkelijke wens om te komen tot een definitief, uniform én haalbaar pad.’ De stevige ambitie van het transitiepad laat wat Andrea betreft ook weinig ruimte om nog langer te wachten. ‘Als we de ambitie waar willen maken, dan moet duurzaamheid een steeds prominentere rol krijgen en ook beter gewaardeerd worden in de aanbestedingen. Zodat je daarmee echt onderscheidend vermogen krijgt. Want als je blijft doen wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.’
Investeren en terugverdienen
Ambitieuze innovaties kosten dus geld. Andrea benadrukt dat bedrijven de investeringen in nieuw materieel moeten kunnen terugverdienen. ‘Het is belangrijk dat opdrachtgevers beseffen dat deze transitie geld kost én dat we nu samen de technische richting van de ontwikkelingen bepalen. Met een meerjarig perspectief geef je de sector een mooie stimulans om in te zetten op verduurzaming.’
Intussen is het niet zo dat de sector achteroverleunt en afwacht. Andrea schetst een markt waarin bedrijven geld verdienen omdat ze slimmer, sneller of goedkoper zijn dan de concurrent. Maar die markt kijkt ook heel serieus naar de – duurzame – toekomst. Andrea: ‘Naast veelbelovende technische ontwikkelingen en ideeën zie ik ook samenwerkingsverbanden ontstaan tussen concurrenten, scheepsbouwers en kennisinstituten. Hoe het er in 2030 uitziet? Dan hebben we met zevenmijlslaarzen de eerste stappen gezet en onze groene grenzen vergaand verlegd.’